
Ons akkoordenkabinet heeft in december binnen 24 uur een woon- en pensioenakkoord bereikt. De inhoud van al die akkoorden doet al lang niet meer ter zake. Een of meer akkoordjes op je CV als volksvertegenwoordiger is blijkbaar belangrijker dan het uiteindelijke doel. En als je niet beter weet waan je je in een opname van het illustere duo Van Kooten & de Bie uit 1988. Als een volleerd wethouder Hekking uit Juinen staat de oppositie te dringen bij het katheder. Volgens verantwoordelijke politici is het doel van het pensioenakkoord een noodzakelijke hervorming om de houdbaarheid van het Nederlandse pensioensysteem in de toekomst te waarborgen. In goed Nederlands "Bullshit!". Deze oerhollandse kaasschaafmethode gaat werkend en werkgevend Nederland nog de nodige centjes kosten. Veel meer dan deze megabezuiniging van 3 miljard moet opleveren.
Belangrijkste wijzigingen. In het akkoord daalt de maximale (fiscale) pensioenopbouw per 1 januari 2015 naar 1,875% (voor middelloonregelingen). Voor de goede orde: dit opbouwpercentage was in 2013 2,25% en in 2014 2,15%. Een daling van bijna 17% in 2 jaren. En ik hoor niemand..... Ook voor eindloonregelingen (directeur grootaandeelhouders) en beschikbare premieregelingen geldt een vergelijkbare vermindering. Het effect op de te betalen premie is nog steeds niet duidelijk. Mooi is dat. Je hebt als werknemer wel de zekerheid dat je minder krijgt maar of je minder moet inleggen dat gaan we nog onderzoeken. Je krijgt dan van die vage kreten als solidariteitsdiscussie en een door De Nederlandse Bank uit te voeren generatie-evenwichttoets. Waarom weet ik de uitkomst al?
Geen pensioen meer boven de € 100.000 vanaf 1 januari 2015. Voor de hogere salarissen zit er nog een aardigheidje in het akkoord. Pensioenopbouw wordt gemaximeerd tot een salaris van € 100.000 (geen indexatie). Daar zit je dan als goed betaalde manager. Mooi salaris maar geen pensioen! Wat nu?
Terug naar de onderhandelingstafel. Ik stel voor een afspraak met je baas. Want hier raakt het pensioenrecht het arbeidsrecht. Pensioen is namelijk een arbeidsvoorwaarde. Al wordt de wijziging van de arbeidsvoorwaarde door een gewijzigde fiscale regelgeving ingegeven, dit kan niet zomaar door de werkgever worden doorgevoerd. Als werknemer zou ik een compensatie hiervoor eisen. Als werkgever zou ik mij snel gaan voorbereiden op deze vragen. Ik ben benieuwd hoe ondernemingsraden en werkgevers hiermee omgaan. In ieder geval voldoende voer voor arbeids- en pensioenjuristen, die de onderliggende arbeids- en pensioenovereenkomsten zullen beoordelen op hiaten en mogelijkheden. Het belooft in ieder geval weer een aantrekkelijk pensioenadviesjaar te worden. Met dank aan de akkoorden fetisjisten in Den Haag.